LET OP: Bij dit product dien je een kleur uit één van de 9 beschikbare kleuren te kiezen. Deze kleur wordt dan als pigment bijgeleverd. De volgende kleuren zijn beschikbaar: Dove, Fossil, Pebble, Rust, Sand, Shadow, Shell, Silver, Steel. In de flyer, bijgevoegd bij ‘pdf documenten’, kun je een idee krijgen van de uitstraling per kleur. Het is uiteraard ook altijd mogelijk om een staaltje aan te vragen, mail ons dan even. De gewenste kleur kan eenvoudig genoteerd worden in het bovenstaande ‘kleurkeuze’ veld.
Werkvoorbereiding
Eisen aan de ondergrond
- De ondergrond moet druk- en vormvast, blijvend droog, schoon en vrij van scheuren en stoffen zijn, die afbreuk kunnen doen aan de hechting.
- De monoliet betonvloer, klasse C20/25 of C28/35, dient aangebracht te worden volgens de geldende NEN 2743 en NEN 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 4.
- De cementgebonden dekvloer dient aangebracht te worden volgens de geldende NEN-norm 2741, 2742 en 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 3 en kwaliteitsklasse Cw16.
- De anhydriet gietvloer dient aangebracht te worden volgens de geldende CUR-107 aanbevelingen en NEN-norm 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 4 en kwaliteitsklasse Cw16 en Fw4.
- Cement- en gipsgebonden ondergronden moeten minimaal 28 dagen oud zijn.
- Indien de ondergrond vooraf geëgaliseerd dient te worden, dan altijd egaliseren met UZIN NC 112 snelle gipsegalisatie. Nooit cementgebonden egalisaties toepassen onder het Arturo Concreta systeem.
- Restvochtpercentages: Cementgebonden ondergrond ≤ 4CM% en gipsgebonden ondergrond ≤ 1CM%
- Let op: Houten ondergronden en plaatmateriaal als ondergrond zijn niet dimensiestabiel, hierdoor kan doortekening van de ondergrond nooit worden voorkomen.
- Doortekening kan ook plaats vinden bij een niet goed voorbereide ondergrond.
Voorbereidingen
- Cementhuidjes en betonresten verwijderen d.m.v. slijpen en schuren.
- Gladde en dichte ondergronden (zoals die van beton) ruwen door stofvrij kogelstralen.
- Anhydriet vloeren ruwen en eventuele huid verwijderen door stralen of schuren (afhankelijk van de huidtreksterkte).
- Verontreinigde ondergronden behandelen d.m.v. chemisch reinigen.
- Nadien schuren. Vervolgens de vloer altijd stofvrij maken door te stofzuigen met een industriële stofzuiger.
- Zaagsneden en gaatjes vullen met een geschikte plamuur.
- Gaten en scheuren repareren met Arturo EP1500 Reparatiemortel.
- Cement- en gipsgebonden ondergronden voorbehandelen met de Arturo EP6200 Schraplaag*. Deze vervolgens volen-zat inzanden met Arturo Zand 0,3 – 0,8 mm.
- Naar doorharding van de schraplaag het ingezande oppervlak licht opschuren en verwijder vervolgens het overtollige zand (er mogen geen glanzende plekken te zien zijn! Glanzende plekken voorstrijken met de UZIN PE 280 Carbon Speciaalprimer).
Verwerking
- Voor de juiste verwerking van de Arturo Concreta eerst de desbetreffende bijgevoegde applicatierichtlijn raadplegen.
- Let op: In verband met mogelijk kleurverschil adviseren wij om producten uit dezelfde charges op één vloer te appliceren.
- Het chargenummer van het product staat vermeld op de verpakking.
- De temperatuur van het materiaal en het aanmaakwater zijn van invloed op de verwerkingstijd en het vloeigedrag.
- Arturo Concreta Gietvloer kan door de applicatiemethode en de materiaaleigenschappen lichte kleur- en structuurverschillen, luchtblaasjes, klontjes en scheurvorming vertonen.
- Tevens is het mogelijk dat er, daar Arturo Concreta Gietvloer een handmatig gesmeerd systeem is, verwerkingskenmerken als spaanslagen, in de gietvloer zichtbaar zijn.
- Afwerking van de cementgebonden gietvloer: De gietvloer moet afgewerkt worden met een Toplak voor bescherming van de vloer.
- Alvorens de toplak aan te brengen eerst de vloer impregneren met Arturo AC6100 Impregneer.
- Voor een gematteerd oppervlak de gietvloer afrollen met Arturo PU7750 Toplak extra mat.
- Bij intensieve belasting van de gietvloer met zwenkwielen adviseert Arturo een geëigende beschermingsplaat (bijv. polycarbonaat) onder de zwenkwielen te plaatsen.
Verwerkingsvoorwaarden
- Minimale ondergrondtemperatuur: 10 °C en 3 °C boven het dauwpunt.
- Minimale materiaaltemperatuur: 15 °C. Maximale materiaaltemperatuur: 25 °C.
- Ruimte- en verwerkingstemperatuur: Minimaal: + 15 °C, maximaal: + 25 °C, Optimaal: + 20 °C
- Maximale relatieve luchtvochtigheid (R.L.V.): 75%.
- Voorkom tocht en direct zonlicht.
- Let op: de condities gelden zowel bij de verwerking als uitharding van het product.
Opslag / Houdbaarheid
- Bij goede opslag: ca. 12 maanden houdbaar
- Uitsluitend opslaan in de oorspronkelijke verpakking op een koele (vorstvrije), droge en goed geventileerde plaats.
- Beide componenten voor de verwerking minstens 24 uur laten acclimatiseren.