Let op, bij dit product dien je een RAL- kleur te kiezen. In de bijgevoegde PDF documenten vindt je zowel de uitgebreide lijst met alle beschikbare RAL-kleuren waarin de Arturo EP 3020 geleverd kan worden als ook de lijst met kleurindicaties van de RAL-kleuren. LET OP: deze lijst dient als indicatie, baseer je keuze op een fysieke kleurenwaaier.
Werkvoorbereiding
Eisen aan de ondergrond
- De ondergrond moet druk- en vormvast, blijvend droog, schoon en vrij van scheuren en stoffen zijn, die afbreuk kunnen doen aan de hechting.
- De monoliet betonvloer, klasse C20/25 of C28/35, dient aangebracht te worden volgens de geldende NEN 2743 en NEN 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 4.
- De cementgebonden dekvloer dient aangebracht te worden volgens de geldende NEN-norm 2741, 2742 en 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 3 en kwaliteitsklasse Cw16.
- De anhydriet gietvloer dient aangebracht te worden volgens de geldende CUR-107 aanbevelingen en NEN-norm 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 4 en kwaliteitsklasse Cw16 en Fw4.
- Cement- en gipsgebonden ondergronden moeten minimaal 28 dagen oud zijn.
- Restvochtpercentages: Cementgebonden ondergrond ≤ 5CM% en gipsgebonden ondergrond ≤ 1CM%
Voorbereidingen
- Cementhuidjes en betonresten verwijderen d.m.v. slijpen en schuren.
- Gladde en dichte ondergronden (zoals die van beton) ruwen door stofvrij kogelstralen.
- Anhydriet vloeren ruwen en eventuele huid verwijderen door stralen of schuren (afhankelijk van de huidtreksterkte).
- Verontreinigde ondergronden behandelen d.m.v. chemisch reinigen. Nadien schuren.
- Vervolgens de vloer altijd stofvrij maken door te stofzuigen met een industriële stofzuiger.
- Zaagsneden en gaatjes vullen met een geschikte plamuur.
- Gaten en scheuren repareren met Arturo EP1500 Reparatiemortel.
Verwerking
- Het materiaal voor gebruik voldoende laten acclimatiseren.
- Voor de juiste verwerking van de Arturo EP3020 Vloer- en Wandcoating eerst de desbetreffende applicatierichtlijnen raadplegen.
- EP3020 antislipversie: Voor de juiste verwerking van de Arturo EP3020 Vloercoating als antislipversie eerst de applicatierichtlijnen van de Arturo EP3020 Vloercoating raadplegen.
- Let op: Afhankelijk van de dekkracht van de kleur, en/of staat van de ondergrond, kunnen meerdere lagen noodzakelijk zijn voor een goede dekking van de ondergrond.
- Daarnaast bij lichte kleuren, bijvoorbeeld wit, geel en oranje, is de dekkracht bij toepassing als eindlaag beperkt. Bij deze kleuren adviseren wij de eerste laag in RAL7035 aan te brengen.
- Kleine kleurafwijkingen kunnen nooit vermeden worden. O.a. de laagdikte zal hier invloed op hebben.
- In verband met mogelijk kleurverschil adviseren wij om producten uit dezelfde charges op één vloer te appliceren. Het chargenummer van het product staat vermeld op de verpakking.
- Onder UV- en weersinvloeden zijn epoxy producten niet kleurstabiel.
Verwerkingsvoorwaarden
- Minimale ondergrondtemperatuur: 10 °C en 3 °C boven het dauwpunt.
- Ruimte- en verwerkingstemperatuur: Minimaal: + 15 °C, maximaal: + 30 °C, Optimaal: + 20 °C
- Minimale relatieve luchtvochtigheid (R.L.V.): 40%.
- Maximale relatieve luchtvochtigheid (R.L.V.): 75%
- Let op: de condities gelden zowel bij de verwerking als uitharding van het product.
- Voorkom condensvorming. Zorg daarom voor voldoende ventilatie en temperatuur in de ruimte en plaats zo nodig op de ruimte afgestemde luchtontvochtigers.
- Pas op: het veroorzaken van te veel/sterke luchtstromingen (tocht) kan leiden tot oppervlaktestoringen, zoals kleur- en glansgraadverschillen.
Opslag / Houdbaarheid
- Uitsluitend opslaan in de oorspronkelijke verpakking op een koele (vorstvrije), droge en goed geventileerde plaats. Beide componenten voor de verwerking minstens 24 uur laten acclimatiseren.