Let op, bij dit product dien je een RAL- kleur te kiezen. In de bijgevoegde PDF documenten vindt je zowel de uitgebreide lijst met alle beschikbare RAL-kleuren waarin de Arturo EP 2500 geleverd kan worden als ook de lijst met kleurindicaties van de RAL-kleuren. LET OP: deze lijst dient als indicatie, baseer je keuze op een fysieke kleurenwaaier.
Werkvoorbereiding
Eisen aan de ondergrond
- De ondergrond moet druk- en vormvast, blijvend droog, schoon en vrij van scheuren en stoffen zijn, die afbreuk kunnen doen aan de hechting.
- De monoliet betonvloer, klasse C20/25 of C28/35, dient aangebracht te worden volgens de geldende NEN 2743 en NEN 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 4.
- De cementgebonden dekvloer dient aangebracht te worden volgens de geldende NEN-norm 2741, 2742 en 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 3 en kwaliteitsklasse Cw16.
- De anhydriet gietvloer dient aangebracht te worden volgens de geldende CUR-107 aanbevelingen en NEN-norm 2747 en minimaal te voldoen aan vlakheidklasse 4 en kwaliteitsklasse Cw16 en Fw4.
- Cement- en gipsgebonden ondergronden moeten minimaal 28 dagen oud zijn.
- Restvochtpercentages: Cementgebonden ondergrond ≤ 4CM% en gipsgebonden ondergrond ≤ 1CM%
- Let op: Houten ondergronden zijn niet dimensiestabiel, hierdoor kan doortekening van de ondergrond nooit worden voorkomen.
- Doortekening kan ook plaats vinden bij een niet goed voorbereide ondergrond.
Voorbereidingen
- Cementhuidjes en betonresten verwijderen d.m.v. slijpen en schuren.
- Gladde en dichte ondergronden (zoals die van beton) ruwen door stofvrij kogelstralen.
- Anhydriet vloeren ruwen en eventuele huid verwijderen door stralen of schuren (afhankelijk van de huidtreksterkte).
- Verontreinigde ondergronden behandelen d.m.v. chemisch reinigen.
- Nadien schuren. Vervolgens de vloer altijd stofvrij maken door te stofzuigen met een industriële stofzuiger.
- Zaagsneden en gaatjes vullen met een geschikte plamuur.
- Gaten en scheuren repareren met bijvoorbeeld Arturo EP1500 Reparatiemortel.
- Cement- en gipsgebonden ondergronden voorbehandelen met de Arturo EP6500 Primer en/of Arturo EP6200 Schraplaag.
Verwerking
- Voor de juiste verwerking van de Arturo PU2035 Gietvloer eerst de desbetreffende applicatierichtlijn raadplegen.
- Let op: In verband met mogelijk kleurverschil adviseren wij om producten uit dezelfde charges op één vloer te appliceren. Het chargenummer van het product staat vermeld op de verpakking.
- Bij de 1 en 5 kg sets is kleurafwijking ten opzicht van de kleurenwaaier mogelijk.
- Bij intensieve belasting van de gietvloer met zwenkwielen adviseert Arturo een geëigende beschermingsplaat (bijv. polycarbonaat) onder de zwenkwielen te plaatsen.
Verwerkingsvoorwaarden
- Minimale ondergrondtemperatuur: 10 °C en 3 °C boven het dauwpunt.
- Ruimte- en verwerkingstemperatuur: Minimaal: + 15 °C, maximaal: + 30 °C, Optimaal: + 20 °C
- Maximale relatieve luchtvochtigheid (R.L.V.): 80%.
- Let op: de condities gelden zowel bij de verwerking als uitharding van het product.
Opslag / Houdbaarheid
- Bij goede opslag: component A: ca. 6 maanden houdbaar en component B: ca. 12 maanden houdbaar
- Uitsluitend opslaan in de oorspronkelijke verpakking op een koele (vorstvrije), droge en goed geventileerde plaats.
- Beide componenten voor de verwerking minstens 24 uur laten acclimatiseren.
- De B component dient bij een temperatuur van minimaal 10°C opgeslagen te worden (in verband met mogelijke kristallisatie).