Werkvoorbereiding
Eisen aan de ondergrond
- De ondergrond moet draagkrachtig zijn, vormstabiel, stevig, ontdaan van losse delen, stof, olie, vet, rubbersporen en andere stoffen die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden.
- De ondergrond met de hiervoor geschikte Remmers producten voorbereiden.
Verwerking
- De harder (component B) volledig aan de basishars (component A) toevoegen.
- Vervolgens het materiaal met een langzaam draaiende, elektrische mixer (ca. 300 – 400 omwentelingen/min.) vermengen.
- Het mengsel in een andere emmer overgieten en nogmaals grondig mengen. Een minimale mengtijd van 3 min. aanhouden.
- Sliertvorming duidt op onvoldoende vermenging.
- Bij temperaturen > 20°C alsmede op donkere ondergronden tot 10 vol.% water aan het product toevoegen.
- Het kant-en-klare mengsel direct na de voorbereiding in zijn geheel op de goed voorbereide ondergrond gieten en met geschikt gereedschap verdelen.
Toepassingsvoorbeelden
Fixeerlaag voor vlokkenvloeren
- Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen.
- Met een geschikte 25 cm epoxyroller gelijkmatig, zat, kruislings doorrollen en vervolgens verplicht met een in materiaal verzadigde 50 cm epoxyroller narollen.
- De epoxyroller steeds na 30 minuten vervangen voor een nieuwe.
- Altijd nat-in-nat werken. Plasvorming vermijden.
Coating
- Het materiaal vol en zat op de ondergrond aanbrengen.
- Met een geschikte 25 cm epoxyroller gelijkmatig, zat, kruislings doorrollen en vervolgens verplicht met een in materiaal verzadigde 50 cm epoxyroller narollen.
- De epoxyroller steeds na 30 minuten vervangen voor een nieuwe.
- Altijd nat-in-nat werken. Plasvorming vermijden.
*Dit zijn voorbeelden, bekijk voor de juiste systeemopbouw op de onze informatiepagina over Remmers!
Verwerkingsvoorwaarden
- Materiaal-, omgevings- en ondergrondtemperatuur: min. +10 °C tot max. +25 °C.
- Tijdens het uithardingsproces het aangebrachte materiaal tegen vochtigheid beschermen, omdat anders oppervlakteverschil en verminderde hechting kunnen optreden.
- De relatieve luchtvochtigheid mag niet meer dan 80% bedragen.
- De ondergrondtemperatuur moet gedurende de applicatie en uitharding min. +3°C boven de dauwpunttemperatuur liggen.
- Absoluut zorgdragen voor voldoende luchtcirculatie, zo dat water aan de omgeving kan worden afgegeven.
Opslag
- In ongeopende, originele verpakking koel, droog en vorstvrij opgeslagen min. 12 maand